Er wordt bij LDOT gewerkt met materiaal, de zogenoemde “instrumenten”, elk met eigen mogelijkheden.

Voorbereidende instrumenten:

Houten figuren: dit instrument legt een basis voor elementaire denkprocessen als vergelijken en categoriseren. Centraal staat de uitbreiding van begrippen en concepten, evenals de eerste kennismaking met de techniek van tast.

Fruit : het leren verwoorden heeft in dit instrument een belangrijke plaats. Centraal staat het oefenen op het ontdekken van essentiële details bij informatie verwerking.

Magneetbord: het belang van werken vanuit een helder referentiekader en ruimtelijke begrippen komt in dit instrument uitgebreid aan de orde.

Gezichtsuitdrukkingen: oefenen in leren systematisch werken vanuit duidelijke mentale beelden.


Basisinstrumenten:

Oriëntatie in de Ruimte: in dit instrument komt het gebruik van ruimtelijke begrippen en het belang van symbolen aan de orde. Vandaaruit naar het kunnen verplaatsen in een ander perspectief; de voorwaarde voor flexibel denken en handelen.

Vergelijken: bewust zijn van criteria en deze adequaat inzetten, staat centraal. Het belang van een goede vocabulaire en het besef ‘er is meer dan één antwoord …’

Analytisch waarnemen: leren analyseren en synthetiseren om het denken te versterken. Belang van precisie en accuratesse komt hier sterk naar voren.


Gevorderde instrumenten:

Illustraties: complexe tekeningen die uitnodigen tot nadenken over verandering, oorzaak-gevolg, probleem-oplossing, verhalen, logisch redeneren.

Dieren: complexer vergelijken en categoriseren. Belang van functies van onderdelen, ‘waarom’, logisch redeneren, verbanden leggen.

Transport: complexer vergelijken en categoriseren. Belang van functies van onderdelen, ‘waarom’, logisch redeneren, verbanden leggen.